Om het weerstandsvermogen te berekenen, dienen we naast het berekenen van de weerstandscapaciteit, onze risico’s te inventariseren. Dit doen we door de uitvoering van onze risicomanagement aanpak. Hierin worden per team/afdeling minimaal twee keer per jaar alle risico’s geïnventariseerd en geanalyseerd. Waar nodig nemen we beheersmaatregelen of sturen we bij.
De hieronder opgenomen risico’s zijn onze belangrijkste risico’s. Deze opsomming is niet limitatief. Daarbij nemen we alleen risico’s op in de paragraaf weerstandsvermogen met een aannemelijke kans op een mogelijke financiële impact vanaf € 100.000.
Een risico is een onzekere gebeurtenis die het behalen van afgesproken doel(en) en resultaten kan
belemmeren of vertragen. Dit zijn naast financiële ook niet-financiële risico’s, zoals bestuurlijke en
juridische risico’s, imago- en frauderisico’s. Deze hebben niet (altijd) direct een financiële impact,
maar kunnen (op termijn) wel grote gevolgen hebben voor de gemeente.
Niet alle risico’s zijn relevant voor het weerstandsvermogen. Bijvoorbeeld omdat ze verzekerd zijn
of omdat er een voorziening is getroffen. Wij brengen de belangrijkste risico’s in beeld waarvoor
geen beheersmaatregelen zijn genomen of die anderszins niet zijn, of kunnen worden afgedekt. Wij vermelden hieronder de risico’s met een mogelijke financiële impact vanaf € 100.000. We houden bij de kwantificering van deze risico’s rekening met het slechtst denkbare scenario. De overige risico’s hebben we in beeld en blijven we monitoren.
Bedrijfscontinuïteit
Risico: disruptie van onze dienstverlening door toedoen van (cyber)criminelen
De continuïteit van onze dienstverlening ligt onder vuur van (cyber)criminelen. De kans op een hack of om besmet te raken met zogenaamde malware is groot. Deze dreiging vormt een voortdurend risico voor onze organisatie. Dit vraagt om continue risicobeheersing, onder andere op het vlak van informatieveiligheid en cybersecurity, kritische processen, functies en bemensing bij onvoorziene omstandigheden. Hoewel wij er alles aan doen om onze bedrijfscontinuïteit te waarborgen, is het een feit dat criminelen steeds inventiever worden. We houden er rekening mee dat onze dienstverlening mogelijk in gevaar komt door dreiging van buitenaf. In 2024 laten we door middel van een scan objectief vaststellen met welk bedrag we rekening dienen te houden waar het mogelijke risico’s betreft. Daarnaast nemen we in onze aanpak risicomanagement een draaiboek op met hoe te handelen bij cyberincidenten die leiden tot een onderbreking van onze dienstverlening. Tot die tijd ramen we een bedrag van € 1 miljoen voor direct ingrijpen wanneer een cyberincident zich voordoet.
Projectrisico's Campus Terneuzen/ Integraal huisvestingsplan onderwijsvoorzieningen
Voor mogelijke projectrisico’s in relatie tot Campus Terneuzen nemen wij geen bedrag op voor de berekening van ons weerstandsvermogen. Omdat hier regelmatig vragen over gesteld worden leggen we uit waarom. Voor elk project nemen wij een post onvoorzien van 10% op. Deze post gebruiken we om onvoorziene omstandigheden op te vangen.
Het grootste risico voor (ver)nieuwbouw of renovatieprojecten voor de komende jaren is de netwerkcongestie. Per project uit het IHP 2024-2028 nemen we daarom een frictiebudget op van € 300.000. Aan dit bedrag ligt geen raming ten grondslag, maar dit is gebaseerd op ervaringen uit het land. Een tweede risico bij onderwijshuisvesting zien wij in het betrekken van de buitenruimte en de vergroening in het onderwijs. Dit gaat verder dan een sober en doelmatig schoolplein waar we de ramingen op maken. Hiervoor nemen we een extra post op van 10% van de bouwkosten. We starten elk project met een vooronderzoek. Hierin bepalen wij ook de projectspecifieke kosten. Onderdeel van dit vooronderzoek is een risicoanalyse. De uitkomsten van deze risicoanalyse worden verwerkt in de project specifieke kosten. Een dergelijke risicoanalyse is niet eenmalig.
Voor grote projecten als Campus Terneuzen vindt minimaal 1x per kwartaal een risico-overleg plaats, waarin de status van de geïdentificeerde risico’s steeds opnieuw beoordeeld wordt. Dit betekent dat we voortdurend vinger aan de pols houden waar het mogelijke risico’s betreft ten aanzien van Campus Terneuzen. Op basis hiervan beoordelen we regelmatig in welke mate de project specifieke kosten hierop afgestemd zijn.
Sociaal domein
Risico: voorspelbaarheid kostenstijgingen lastig door ontbreken juiste data
Er is sprake van onvoorspelbare kostenstijgingen. Dit komt door onzekerheden rond volumes instroom bij zowel de jeugd als de Wmo, de complexiteit van de casussen en de doorwerking van de prijsontwikkelingen. De kosten stijgen sneller dan geprognotiseerd is. Door de t+1 afrekensystematiek bij de jeugd kwam in 2024 nog € 1,7 miljoen extra aan kosten zorg in natura jeugdhulp voor onze rekening. Om vergelijkbare tegenvallers in de periode 2024 – 2028 op te vangen is met de jaarrekening van 2023 een reserve Jeugd gecreëerd van totaal € 8,5 miljoen (= 5 x € 1.7 miljoen).
Ook is in deze begroting voor de post indexeringen, meerjarig rekening gehouden met loon- en prijsontwikkeling (LPO) voor kosten jeugdhulp en Wmo. Tevens staan er nog indexbedragen op een aanvullende post in de Rijksbegroting voor de Wmo. Er is een kans dat we deze op een later moment alsnog van het Rijk ontvangen.
Binnen deze dynamiek proberen we grip te krijgen op de kostenstijgingen door de hervormingsagenda Jeugd, en een nadere analyse van Jeugd en Wmo data en kosten. Vanuit de hervormingsagenda Jeugd voeren we Zeeuws breed meerdere maatregelen uit om kosten te verlagen. Hiervoor maakten we samen met gemeenten een raming die is afgestemd met de provincie als interbestuurlijk toezichthouder. Er bestaat een mogelijk risico dat we een deel van de besparingen uit de hervormingsagenda niet realiseren. Er volgt nog een onderzoek in hoeverre gemeenten zich inzetten voor de maatregelen uit de hervormingsagenda Jeugd. Indien blijkt dat dit voldoende is bestaat de kans dat we nog extra middelen krijgen voor Jeugd van het rijk. Indien blijkt dat we te weinig doen bestaat de kans op het tegenovergestelde, namelijk korting op onze middelen Jeugd.
Tenslotte hebben we bij aan-z ook het project ‘opvolgen beschikkingen’ lopen waarvan we de vruchten beginnen te plukken.
Vanwege de grote onvoorspelbaarheid en nog lopende ontwikkelingen in het Sociaal Domein ramen we het risico voor 2025 op € 1.500.000. Onderbouwing van dit bedrag zijn de historische cijfers en een deel van de te realiseren besparing vanuit de hervormingsagenda.
Uitkeringen gemeentefonds
Risico: Onzekerheid ten aanzien van lange termijn uitkeringen uit het gemeentefonds.
De afgelopen jaren was de groei van het gemeentefonds bevroren. Dit is per 2024 weer losgelaten. De nieuwe methodiek zou in 2026 ingaan, maar is bij de meicirculaire 2024 naar voren gehaald. Deze nieuwe methode is op basis van het bruto binnenlands product (bbp). Hierdoor wordt de hoogte van het gemeentefonds onzekerder. Het gemeentefonds is met de nieuwe methodiek van indexeren wel stabieler geworden.
Vanaf 2026 zijn taken en middelen niet meer in balans. Hierover vinden momenteel gesprekken plaats tussen het Rijk en de VNG. De cijfers van het zogenaamde ‘financiële ravijn’ zijn in onze begroting verwerkt. De verwachting is dat deze situatie alleen maar kan verbeteren. Een oplopende schuld bij het Rijk, waardoor het financieringstekort de Europese norm van 3% overschrijdt, geeft wel een risico op een lagere uitkering van het gemeentefonds.
Vanwege zowel de positieve als negatieve ontwikkelingen en de bijbehorende onzekerheid nemen we een pm-post op.
Verbonden partijen
Risico: hogere bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen door nieuw beleid, beleidswijzigingen of doorbelasting van hoger dan verwachte kosten door inflatie.
De verbonden partijen waar het hier specifiek over gaat zijn gemeenschappelijke regelingen zoals aan-z, Dethon, CVV, GGD, RUD, VRZ, OLAZ en Sabewa. Voor deze regelingen is de VZG-richtlijn (3,9% in 2025) van toepassing. Daarnaast zijn er gemeenschappelijke regelingen, zoals de GGD en aan-z, die door een andere verhouding loon/materieel (dan 67,7/33,3) aanspraak kunnen maken op een extra percentage op basis van de voor hen geldende verhouding. Naast de indexering constateerden wij dat sommige gemeenschappelijke regelingen ook nog extra bijdragen vragen voor uitbreiding van bestaande/nieuwe zaken. De ervaring leert dat dit niet alleen bij het vaststellen van de begroting gebeurt. Dit maakt de voorspelbaarheid van onze bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen lastig.
Het is onzeker of de hoogte van de stelpost voldoende is. Daarom ramen we het risico voor de verbonden partijen op € 300.000, -.
Capaciteit uitvoering werkzaamheden
Risico: vanwege de krappe arbeidsmarkt hebben we wel budget maar geen
uitvoeringscapaciteit om onze taken uit te voeren
Net zoals elders kampt ook onze gemeente met de gevolgen van de krappe arbeidsmarkt. We
voorzien voor de komende jaren een aanzienlijke natuurlijke uitstroom van collega's vanwege het
bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. We investeerden in strategische personeelsplanning
om hierop voor te sorteren. Echter zijn we afhankelijk van extern aanbod in een krappe
arbeidsmarkt. Hierbij werkt de geografische ligging van Terneuzen niet altijd in ons voordeel.
Daarbij werken we veelal ook met specialisten die sowieso niet ruimschoots voorhanden zijn. Door
het werven van young professionals willen we mogelijke problemen op de lange termijn
voorkomen. Toch willen we onze ogen niet sluiten voor de mogelijke risico's die een beperkte
uitvoeringskracht van onze organisatie met zich meebrengt. Wellicht moeten we gebruik maken
van meer externe inhuur wat gepaard gaat met hogere kosten. Naast financiële impact heeft het
niet uitvoeren van taken vooral ook een maatschappelijke impact die niet persé in euro's uit te
drukken is, maar wel gevolgen heeft voor de beleving van onze (brede) welvaart.
We nemen hiervoor een pm op.
Invoering Omgevingswet
Risico: impact nadeelcompensatie
Met ingang van 1 januari 2024 hebben we te maken met de Omgevingswet. Wat voorheen planschades heette, heet nu nadeelcompensatie. Het is nu nog onduidelijk wat de mogelijke impact van deze nieuwe compensatiemethodiek zal zijn. Juist vanwege die onzekerheid ramen we een risico van € 250.000, -.
Oplopende rente/inflatie
Inflatie blijft hoog, maar de piek is voorbij. Omdat het meerjarig hanteren van 2% niet meer past bij reëel ramen hanteren we nu in de meerjarenbegroting 2025-2028 de percentages zoals het Centraal Plan Bureau (CPB) deze publiceerden. Het risico van oplopende rente/inflatie is daarmee beheerst. Het restrisico nemen we mee als pm.
Netcongestie
Netcongestie is een steeds belangrijker risico voor onze gemeente. Dit kan verschillende risico’s en gevolgen hebben:
- Vertraging in duurzame energieprojecten
- Belemmering van woningbouw en ontwikkeling van projecten
- Stroomstoringen en onbetrouwbare energielevering
- Financiële kosten vanwege benodigde versterkingen van de infrastructuur of investeringen in noodoplossingen (zoals batterijen of noodaggregaten)
- Aantasting van economische ontwikkeling
- Invloed op klimaatdoelstellingen
Het is nu nog niet mogelijk om het risico van netcongestie betrouwbaar door te vertalen naar de mogelijke financiële impact voor de gemeente Terneuzen. Dit komt door de vele onzekerheden die dit risico omringen. Voor de projecten die opgenomen zijn in het integraal huisvestingsplan onderwijshuisvesting 2024-2028 (De regenboog, De Springplank, Aangeenbrug, Axel (2x), De Vlaswiek, De Torenberg, De Twijn) wordt wel al een stelpost opgenomen (per project) van € 300.000 voor de risico’s ten aanzien van netcongestie. Deze stelpost zit dus al in de projectbegrotingen die te maken krijgen met netcongestie. Aan dit bedrag ligt geen raming ten grondslag, we baseren dit op ervaringen uit het land. Te zijner tijd zal moeten blijken of dit budget toereikend is. Daarnaast zullen we onderzoeken of en zo ja welke maatregelen mogelijk zijn om dit risico te beheersen.